Is het vereist dat toegangsdeuren in veiligheidsafschermingen altijd naar buiten opengaan?

Dit is niet direct vereist in algemene veiligheidsnormen of de machinerichtlijn. EN 528 voor railgebonden stellingbedieningsapparatuur vereist dit echter wel.
In de bouw is dit ook een vereiste; deuren in vluchtroutes moeten altijd openen in de richting van het veilige gebied (in het algemeen naar buiten vanuit een gevaarlijke omgeving of naar de buitenkant van het gebouw).

Voor machines is dit een onderdeel van de risicobeoordeling. Denk aan het volgende:

• Is het mogelijk om de machine of het systeem binnen te lopen? Als een persoon binnen het omheinde gebied kan blijven, kan hij/zij daar gevaar lopen.
• Zijn er permanente gevaren binnen het omheinde gebied of kan er een gevaar ontstaan terwijl er iemand binnen is? In veel gevallen kan dit niet volledig worden uitgesloten; zelfs als de machines zijn stilgelegd, kunnen onderhoudswerkzaamheden gevaar veroorzaken, waardoor een persoon gedwongen wordt om het omheinde gebied snel te verlaten.
• Als de deuren in een veiligheidshek op basis van de antwoorden op de bovenstaande vragen als vluchtdeuren kunnen worden beschouwd, moeten ze naar buiten openen. En nog belangrijker: Als de deur gesloten wordt gehouden door een veiligheidsslot dat het openen verhindert, moet er een zogenaamde “vluchtontgrendeling” worden aangebracht om de deur op elk moment van binnenuit te kunnen openen.

Maar wat te doen als er geen ruimte is om de deur naar buiten te openen?
Dan moet er binnen de gevarenzone voldoende ruimte zijn om de deur veilig en snel naar binnen toe te openen. Normaal gesproken worden schuifdeuren niet gebruikt als vluchtdeuren. Als er echter ruimtegebrek is, kan het nodig zijn om dergelijke deuren te gebruiken en deze moeten dan ook worden uitgerust met een slot of een veiligheidsschakelaar die het mogelijk maakt om de deur te ontgrendelen.

Plan een vluchtwegbreedte van minstens 650 mm (beter 800 tot 1000 mm). Als dit door ruimtegebrek niet mogelijk is, moet je apparatuur installeren waarmee personen in de gevarenzone veilig kunnen worden gedetecteerd. Dergelijke apparatuur moet elk gevaar uitschakelen wanneer er personen binnen worden gedetecteerd (drukgevoelige matten, laserscanners, enz.). Een ander alternatief is het installeren van veiligheidsschakelaars, inclusief een sleuteltransfersysteem, dat op betrouwbare wijze voorkomt dat de machine opnieuw wordt opgestart zolang een van de deuren niet van buitenaf met de sleutel is vergrendeld.

Bezoek onze Safety Hub voor meer kennis over machineveiligheid!